Inleiding
In de meeste Afrikaanse landen zijn er nogal wat reptielen en insecten die je vakantie danig in de war kunnen schoppen. In Namibië zijn het vooral de slangen, schorpioenen, muggen en vliegjes waar je rekening mee moet houden.
Slangen
Slangen komen voornamelijk voor in gebieden waar het erg warm en droog is. Met andere woorden: in heel Namibië moet je beducht zijn op de aanwezigheid van slangen. Er is echter een onderscheid te maken in agressiviteit van de verschillende slangsoorten.
De gevaarlijkste zijn waarschijnlijk de Zwarte Mamba, de Cobra en de Pofadder. De overige slangen, zoals adders, zullen bij het minste of geringste geluid (of bewegingen van de ondergrond) hun heenkomen zoeken.
Indien je een Cobra of Zwarte Mamba tegenkomt kun je het beste stil blijven staan en daarna vervolgens langzaam achteruit en opzij lopen. De kans is aanwezig dat je precies in de lijn van het holletje van de slang staat waar deze graag naar toe wil. Omdat de slang de warmte van je lichaam kan waarnemen, is iedere onverwachte beweging een bedreiging. Raak dus niet in paniek en ga langzaam aan de kant. Mocht je toch gebeten worden, zorg er dan eerst voor dat je de slang kan identificeren. Dit maakt het voor de arts eenvoudiger om de keuze van het tegengif te bepalen. Leg een drukverband aan op de plaats van de beet en blijf rustig. De voornaamste reden om te proberen rustig te blijven is gelegen in het feit dat bij opwinding het bloed sneller gaat stromen waardoor het gif eerder je hart kan bereiken. Als je de beet afgebonden hebt, ga dan zo snel mogelijk naar een arts en vertel hem welke soort slang je gebeten heeft (als je in staat was om de slang te identificeren). Voor meer informatie kijk op de site van Serpo uit Delft, ook op slangenforum Namibië is nog veel informatie te vinden (met dank aan Maaike Zuidema). Het probleem met de pofadder is dat deze zich snel bedreigd voelt en meteen zal toehappen (enkels) als je over hem heen stapt. Zorg er dus voor dat je hoge wandelschoenen draagt en kijk uit waar je loopt.
In al die jaren dat ik in Namibië heb gereisd, ben ik nauwelijks slangen tegengekomen. De kans dat je ze ziet is dus klein.
Schorpioenen
Schorpioenen komen voornamelijk voor in gebieden met een zachte ondergrond (Sossusvlei en Twijfelfontein). Overdag is de kans heel klein dat je schorpioenen ziet, omdat ze vooral na middernacht uit hun holletjes kruipen. Indien je in een zanderig gebied overnacht, beveel ik aan om ’s ochtends de inhoud van je schoenen grondig te bekijken. Een beet van de zwarte schorpioen is weliswaar pijnlijk, maar niet dodelijk. Indien je door een witte schorpioen wordt gebeten is het advies om gelijkswijze te reageren als op de beet van een Cobra of Zwarte Mamba. Raak dus niet in paniek en zoek zo snel mogelijk een arts op. Indien de nood ’s nachts hoog is, controleer dan eerst je schoenen en gebruik je zaklamp om een plekje te zoeken waar je je behoefte kan doen.
Muggen en vliegen
Over deze insecten kan ik alleen maar zeggen dat je er aan moet proberen te wennen. Smeer je na zonsondergang in met muggenolie en wen maar aan het geluid van zoemende muggen en andere vliegen. Vooral de Mopane-vliegjes zijn irritant.